
De krachtige Storm Dudley die op 12 mei 2024 over de Noordzee trok, zorgde voor een onverwacht piekmoment: op één na hoogste productie van groene energie in de geschiedenis van Nederland.
Volgens cijfers van TenneT piekte de totale stroomopbrengst uit wind- en zonne‑installaties op 14 mei 2024 op 23,7 gigawatt (GW), slechts 0,3 GW lager dan het record uit september 2023. Het hoogtepunt werd gemeten tijdens het uur van 18.00 tot 19.00, toen een combinatie van sterke zuidwestelijke windstoten en heldere zonnige perioden het net overvielen.
Achtergrond: waarom Storm Dudley zo bijzonder was
De storm, met windsnelheden van 115 km/u op de kust van Zeeland en 102 km/u in Friesland, werd door het KNMI geclassificeerd als een gele “storm‑donderdag” – een zeldzame meteorologische gebeurtenis die normaal enkel enkele keren per decennium voorkomt. Voor de meeste noordelijke provincies legde de wind een gemiddelde van 28 m/s neer, wat de productie van offshore windparken zoals North Sea Wind Farm en Gemini sterk opvoerde.
Toch waren de omstandigheden niet alleen gunstig voor wind. Een hogedrukgebied boven het westen van Europa zorgde op dezelfde dag voor ononderbroken zonneschijn over de zuidelijke velden van Limburg en Noord-Brabant, waardoor de gecombineerde zonne‑output een record van 6,4 GW bereikte – een stijging van 18 % ten opzichte van het gemiddelde voor die periode.
Productie‑record in cijfers
- Totale groene energieproductie op 14 mei: 23,7 GW
- Windproductie (ons‑shore + offshore): 17,3 GW (73 % van totaal)
- Zonneproductie: 6,4 GW (27 % van totaal)
- Netload‑balans: 1,2 GW overschot, tijdelijk opgeslagen in batterijen en via Power‑to‑X‑installaties
- Curtailed energy: 0,09 PJ (minder dan 1 % van potentiële productie)
De cijfers laten zien dat de overschotten, hoewel kortstondig, cruciaal waren om de nationale energiedoelstellingen van 2030 te ondersteunen. De Europese Commissie heeft reeds aangegeven dat zulke pieken kunnen bijdragen aan de “green‑energy‑bonus” in het EU‑klimaatplan.
Reacties vanuit de sector
„Dit is een duidelijk signaal dat ons netwerk veerkrachtiger is dan vaak gedacht“, aldus Marijke van der Linde, directeur van Nederlandse WindEnergie Vereniging (NWV). „We blijven echter alert op mogelijke congestie, vooral in de zuidelijke verbindingspunten.“
Premier Mark Rutte prees de prestatie in een persconferentie op 15 mei: „De storm heeft ons laten zien dat onze duurzame energie‑infrastructuur kan floreren, zelfs onder extreme weersomstandigheden.“ Hij benadrukte dat de regering extra investeringen in opslag‑technologieën zal versnellen.
Critici wijzen erop dat de kortstondige piek geen structurele oplossing biedt voor regelmatige curtailment‑problemen. Dr. Jan de Vries, hoogleraar Energiesystemen aan de TU Delft, waarschuwde: „We moeten nu niet alleen juichen, maar ook zorgen dat het overschot niet verloren gaat. Het is een kwestie van investeringen in flexibele netvoorzieningen.“
Impact op het net en opslag
De tijdelijke overschotten werden grotendeels opgevangen door de recent geopende batterij‑en‑hydrogen‑faciliteiten in de provincie Groningen. Totaal werd er 150 MWh opgeslagen in de lithium‑ion‑batterijen van BaterijCo, terwijl 400 ton waterstof werd geproduceerd via elektro‑lyse, klaar voor later gebruik in de industrie.
De netbeheerders van TenneT meldden dat de congestie‑ratio in het zuidelijke segment van het net daalde van 3,2 % naar 1,1 % gedurende de piek. Het succes wordt toegeschreven aan de recent geïmplementeerde “dynamic line rating” (DLR) technologie, die de leidingscapaciteit in real‑time kan aanpassen.
Vooruitzichten en volgende stappen
De storm heeft beleidsmakers en energieleveranciers aan het denken gezet. Een nieuw coalitief plan, aangekondigd door de minister van Economische Zaken & Klimaat, Micky Adriaansens, wil in 2026 een extra 5 GW aan offshore windcapaciteit realiseren, deels om dergelijke pieken vaker te benutten.
Daarnaast wordt er geëxperimenteerd met een grootschalig “green‑hydrogen corridor” tussen de Noordzee‑windparken en de chemische industrie in de Rotterdamse haven. Het idee is om de overtollige stroom direct om te zetten in waterstof, waardoor de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen verder afneemt.
Voor consumenten betekent dit een mogelijke daling van de energierekening op de lange termijn, maar de overgang zal gepaard gaan met tijdelijke prijsfluctuaties tijdens de integratie‑fase.
Historisch perspectief: stormen en duurzame energie
Stormen hebben vaak een tweeledig effect op de energietransitie. In 2019 brak de Storm Ciara een record in windproductie, maar leidde ook tot aanzienlijke netuitval in het zuiden van Engeland. In Nederland zijn de gevolgen doorgaans minder dramatisch dankzij een beter geïntegreerd net.
De ervaring met Dudley laat zien dat een sterkere focus op flexibiliteit – via opslag, DLR en vraagrespons – de positieve kanten van extreme weersomstandigheden kan maximaliseren, terwijl de risico’s beperkt blijven.
Veelgestelde vragen
Hoeveel groene energie werd er precies geproduceerd tijdens Storm Dudley?
Op 14 mei 2024 bereikte de totale groene energieproductie 23,7 GW, waarvan 17,3 GW uit wind en 6,4 GW uit zon. Dit is het op één na hoogste niveau ooit gemeten in Nederland.
Welke regio's profiteerden het meest van de stijgende productie?
De noordelijke provincies Friesland en Groningen zagen de grootste windstijgingen, terwijl Zuid-Limburg en Noord-Brabant de meeste zonne‑opbrengst kenden dankzij helder weer.
Wat doet de overheid om de overschotten beter op te slaan?
Minister Micky Adriaansens heeft een fonds van €2 miljard aangekondigd voor grootschalige batterijen en waterstof‑electrolyse‑installaties, gericht op de Noord‑Zeekust en het Rotterdamse havengebied.
Zijn er risico’s verbonden aan zulke extreme windstoten voor het net?
Hoewel de netbelasting kortstondig piekte, hielpen nieuwe Dynamic Line Rating‑systemen en extra opslag de congestie te beperken tot minder dan 1,2 %. Experts adviseren echter verdere investeringen in flexibiliteit om toekomstige stormen robust te kunnen opvangen.
Hoe verhoudt dit record zich tot de EU‑doelstellingen?
Het piekmoment draagt bij aan de EU‑klimaatdoelstelling om tegen 2030 minstens 40 % van de energie uit hernieuwbare bronnen te halen. Een opeenvolging van zulke pieken kan de ‘green‑energy‑bonus’ activeren, waardoor Nederland extra financiële steun kan ontvangen.